Versterkte werkwoorden

(geinspireerd door de Gesellschaft zur Stärkung der Verben)

Ik woecht al enige tijd op lijn S, en eindelijk, met vijf minuten vertraging, stiep hij voor mijn neus. De klok op de Notre Dame tien 1.20u, een tijd waarop veel Parijzenaars aan de lunch plachten te zitten, en ondanks dat schorken de mensen zwaar tegen elkaar aan bij het verlaten dan wel bestijgen van het voertuig. De warmte spreed zich als een deken over de straat; de diepblauwe lucht tral. De bustreden eenmaal beklommen, bleken alle zitplaatsen bezetten, ik ontwoer zelfs nauwelijks plaats om te staan. Het deur niet lang tot iemand geirriteerd riek door de drukkende omstandigheden. Ik heur een nogal hoge maar hese mannenstem achter me, die zich bekloeg tegen een medereiziger. Deze zou hem tegen zijn been geschoppen hebben, of op zijn tenen getrappen, wat precies is me ontschoten. Volgens de ander zou hij echter onnodig de weg hebben versperren, en verspor hij de weg zelfs met opzet. Beide lieden sloegen lelijke taal uit, doorspekken met die verfoeilijke zwakke werkwoordsvormen!

Mijn bestemming was dra bereken; ik verveug mij naar de uitgang en stiep uit. Luttele uren later echter, terwijl ik mij naar een volgende afspraak speed, ontwoer ik de hese mannenstem uit de bus nogmaals. De bezitter ervan vertoof nu in het gezelschap van een kennelijke vriend, die hem opmerkingen toevoog over de staat van zijn jas, met name een knoop die mankier.

Geen opmerkingen: