Mijn moederzaliger zei destijds toen ik kleuter was: " laat je nooit met mij of wie dan ook meenemen met bus S.: dat levert ellende op!". Ik hoor het haar nog zeggen als ik terugdenk aan een busreisje met die S. alweer zo'n 11 jaar geleden, zeg maar vlak na de troebelen van de jaren 60, toen ik intussen 20 of zo was. Het was zomertijd, zinderend warm en, vermoedelijk in verband met de nabije 14e augustus afgeladen vol.
Na ons met z'n velen erin gewrongen te hebben richting Parc Monceau -ik wilde daar alternatieveling als ik toen was, brood en nog zo wat zaken gaan kopen- stapt er iemand in, een twintiger, excentrieker als ik niet eerder zag, een deegdunne uitgewalste hoed van linnen met daaromheen een lintje waar je geen brood van kunt bakken. Zelf zat ik. Hij moest staan, mutjevol als het was. Daar gebeurde iets wat m'n moeder me toen ter waarschuwing gezegd had. Een woordenwisseling. Volgens mij om niets tussen opeengepakte bus-passagiers. Precies zoals mijn moeder zaliger het voorspeld had. Iemand in het zelfde gangpad van de bus trapte op de linker- of- ik mag het kwijt zijn - rechter voet van die neulerd. Waarna die laatste het op 'n janken zette, net zoals m'n moeder het van vroeger had verteld, en toen ging die engerd op een vrijgekomen plaatsje in die bus zitten. Zonder uitzicht, vanwege de zweet- exsudaties tegen de busraampjes.
Op zeker moment diende ik te drukken op het knopje "Halte - stop", want ik was bij mijn halte, Parc Monceau, vlakbij Saint-Lazare, waar ik altijd graag winkel.
Zie ik daar, bij het uitstappen, die rare hippie oog in oog met een vriendje van hem of zo, en merk ik in het voorbijgaan op dat die hippie de buskerel aanspreekt op een knooploos plekje van diens winterjas: daar dient volgens die makker een nieuwe alternatieve knoop te worden aangenaaid! Had ik maar beter naar mijn moeder zaliger geluisterd...