Baas en herder

B(aas): Zit!! Niet trekken!! Koest!!

Daar is de S, en B trekt zijn herder gebiedend omhoog voorbij de treeplank; de hond, gegeven de helse hitte, met de tong naar buiten tot die niet verder kan reiken, blauwig aangelopen en een en al hijgerigheid, gespitste oren en ogen, een SS-erig afgerichte edelherder, zo te zien.

B: Daar zitten!! (B gaat zelf op lege plaats zitten en zweet mee met de herder; B zet bakje met bubbelvrij water neer bij de hond die onmiddellijk begint te sloeberen).

H(erder) begint ineens te grommen en schuim te produceren in zijn buitengaatste bek randen en gromt zo hard dat andere passagiers zich omdraaien.

B: Koest!! Gaat leggen!! (Geeft ruk aan de halsband).

H gromt desondanks door, oren en ogen naar voren gespitst.

B kijkt eens voor zich uit en aait H: goed zo, Rex, goed gezien!! (B ziet dat H een abnormaal personage in de smiezen heeft gekregen, gelet op nek en hoed van dat personage).

H wil als een wilde opspringen, tanden ontbloot, richting personage: die maakt grimassen, zo te zien als gevolg van aanstoot met mede-passagier.

B rukt aan H met de riem terug en blaft: zit!! hier jij!!

H drentelt kruiperig terug op z'n plek maar z'n ogen verraden verongelijktheid.

Het personage gaat huilebalkend naar vrijgekomen ruimere plek in de bus en H volgt dat met argusogen, een en al waaks.
Even later schokkende beweging van de S: H springt op, en B, leiband flink aangekort, stapt met H uit.

Waarna H opnieuw agressief begint te blaffen : hij ziet het eerder geroken personage met een eender sujet om een bot kibbelen in de vorm van een knoop, voor H een pot nat, natuurlijk.
B rukt en rukt nogmaals aan de band, en krijgt H maar nauwelijks onder bedwang, 't is een doorgefokte SS-herdersafstammeling!