Toelichting bij op veiling aangeboden antieke vaas

Deze Griekse vaas uit ongeveer de vierde eeuw na Christus, hoog 175 cm, brons, ge-emailleerd, stelt een heel bijzonder tafereel voor dat men in de beeldende kunst van die eeuw zelden aantreft.

Phoebus ment een wagen waarin wel 20 uitbundig ogende personnages zijn gezeten, genietend van de tocht, geleid door een schitterend zes-span van, vermoedelijk, Arabische volbloed hengsten, schuimbekkend en wel.

Als U voorzichtig een paar passen om de vaas heenloopt, ziet U datzelfde mennerstafereel vanuit een nieuwe ooghoek: de maker van de vaas beeldt hier een klaarblijkelijk schokkend tafereel uit in de vorm van een aanvaring in die paardewagen, vermoedelijk een opstootje tussen twee passagiers, de een in purperen toga gekleed, de ander in amandelgroene, waarbij de laatste de eerder genoemde met zijn sandalen, opwaarts staande, op de blote voeten van de purperen toga drager trapt. Let er eens op hoe kunstig de maker de gelaatsexpressies van de betrokkenen uitbeeldt: de een boosaardig, en de ander verongelijkt, huilerig.

Loopt U nu weer eens een stukje verder om de vaas heen. Zie: hier beeldt de kunstenaar een apotheose uit: men ziet de betrapte aristocraat nu verder weg, achterin de wagen neerzittend, terwijl hij tegelijk aanstalten lijkt te maken om weer uit te stappen (het gaat vermoedelijk om een rit door het verregaand vervallen oude Rome van die tijd).

Wel, als U nu nog een kwart om de vaas heen wandelt, ziet U het slottafereel, prachtig tot in fijnste details kleurrijk weergegeven: de (vermoedelijke) senator, uitgestapt en wel, staande bij destijds bekend verkeerspunt van Rome. Boven zijn abormaal lange nek een tamelijk kort hoofd, getooid met wat oogt als een verre voorloper van de bekende kadinalenhoed, maar dan anderhalf keer zo plat en breed, omwonden met een lint dat kennelijk van papyrus is. Hij wordt aangehouden door een mede-senator (let op diens daarmee overeenkomende ornantia) die met zijn linker wijsvinger priemend op een beschamend groot gat in de mantel van de uitstappende collega wijst: de kunstenaar beeldt aldus uit dat er een knoop of daaromtrent in de mantel van de uitstappende ontbreekt, een euvel dat uit religieus oogpunt zo snel mogelijk dient rechtgezet te worden.

Geen opmerkingen: