Communistisch
Kameraden, Rijdend in het openbaar volksvervoer door onze stad die steeds meer op een imperialistisch bolwerk gaat lijken met zijn wolkenkrabbers en de lichtreclames van het grootkapitaal, verbaas ik me toch nog vaak over de broeders die ik de mijne moet noemen. Onlangs was ik op weg naar een spoedoverleg van mijn partijwerkgroep, om de voorlichtingsacties voor komende week te bespreken. Het weer was heet, prettig voor de met ganzenlever en kreeft vetgemeste dikzakken op hun jachten in St-Tropez en voor de opgedofte madammen op de terrasjes van de boulevards, maar te heet voor hardwerkende onderbetaalde werkers en vrijwillige aktiemensen als wij. Hij, de medebroeder waarover ik sprak, een enigzins omhooggevallen studententype, waarschijnlijk rechten, maar wel met ongewassen neus, was bezig om een medereiziger te schoppen en duwen, alleen omdat deze het publieke gangpad zou versperren. Ik wilde opkomen voor de geschopte, maar hij zag een zitplaats vrijkomen en nam deze, terecht, in. De bus is tenslotte van ons allemaal en zelfs als De Gaulle er ook had gestaan hadden ze gelijke rechten op die door de staat gecreerde plaats gehad en met goede politico-historische argumenten moeten discussieren over wie er mocht gaan zitten. Zo is dat sinds de revolutie. Maar goed. En, kameraden, ik beoordeel niemand op uiterlijk, maar onze geschopte zag er echt uit als een uitgebuite onderdaan die al lange tijd geen enkel gelukje heeft gehad. Zijn kleding was proletarisch-artistiek, met een hoed die lange en goede diensten heeft bewezen, met daaromheen - praktisch en expressief - niet zo'n bourgeois riempje maar een simpel touw. Zijn lichaamsbouw had hij ook niet mee, wat voor een onderdrukte, die met hard werken zijn brood moet verdienen, extra pijnlijk is. Mijn bekommernis werd nog versterkt doordat hij zich met zwakke stemgeluiden probeerde te weren tegen de student, zelfs een normale stem was hem niet gegund. Als god bestond had hij toch minstens elke werker een stem gegeven! Later, terugkomend van ons aktieoverleg, een in affiches gerold stokbrood onder mijn arm, en terug op weg naar de fabriek (mijn fabriek) zag ik de door het kapitaal geschopte weer. Hij werd nu doorgezaagd door een rijke-ouders-type-met-nette-kleertjes-aan over een knoop die op de verkeerde plaats aan zijn jas zou zitten. Mensen, word toch wakker!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten